SILVIO
LEOPOLD WEISS ( 1686-1750 )
De
Duitser S.L. Weiss is wellicht de grootste luitspeler en -componist van zijn
tijd. Ook zijn vader, Johann Jakob Weiss ( ca. 1662-1745
)
en zijn broer,
Johann Sigismund Weiss ( 1690-1737 ) ( 1 ), zijn luitspelers. Men zegt
wel eens dat deze familie de laatste grote vertegenwoordigster is van de
luitspelers uit de Barok.
Volgens
E.G. Baron ( Historisch-Theoretische und Practische Untersuchung des Instruments
der Lauten, 1727 ) is S.L. Weiss een «Profunder Musicus, Laut- und Tiorbist».
Volgens J. Mattheson is hij de «Grössesten Lautenisten in der Welt». Waar
vader en broeder aan het hof van Mannheim verblijven, zoekt Silvio het meer in
concertreizen. Tussen 1718 en 1728 bezoekt hij o.a. Wenen, München, Praag en
Berlijn.
Over
zijn geboortejaar bestaat twijfel : in de overlijdensakte ( 1750 ) staat vermeld
dat hij 66 jaar is, dus geboren in 1684, wat in tegenspraak is met zijn
inschrijving bij de geboorte.
Reeds
op 20-jarige leeftijd componeert Silvio voor luit. Van 1708 tot 1714 is hij
luitist aan het hof van keurvorst Johann Wilhelm von Düsseldorf. Daarna is hij
hofluitist in Polen in het orkest van prins Alexander Sobieski. Met dat orkest
verblijft hij zes jaar in Italië, waar hij zijn tweede luitsonate schrijft. Bij
de dood van prins Sobieski eindigt het mooie leventje te Rome en Weiss keert
terug naar Düsseldorf. Hij krijgt aanbiedingen voor Dresden en Praag en hij
geniet een aanzienlijk salaris, wat bewijst dat hij in hoog aanzien staat.
Het
kamerorkest waarvan Weiss deel uitmaakt reist van het ene hof naar het andere en
speelt zowel kerkmuziek als profane muziek ( bij feestelijkheden, in opera's
enz. ).
Zijn
goede relaties in al deze hofkringen bezorgen hem steeds nieuwe luitleerlingen.
In 1737 ontmoet Weiss J.S. Bach te Leipzig. Drie jaar later komt Weiss
regelmatig op bezoek bij Bach en wordt er gezamenlijk gemusiceerd ( Weiss,
Kropfganss, J.S. Bach en zijn oudste zoon Wilhelm Friedeman Bach ). De
luitstukken van Bach zijn ontstaan na deze samenkomsten en we kunnen aannemen
dat de composities voor luitklavecimbel en de bewerkingen voor luit en voor
luitklavecimbel van J.S. Bach, geschreven werden voor Weiss en Kropfganss. Vier
jaar voor zijn dood ( Weiss sterft in hetzelfde jaar als Bach ) zal Weiss in
Leipzig nogmaals Bach ontmoeten.
Het
uitgebreide oeuvre van Weiss omvat o.m. 67 Sonaten
waarvan 34 Sonaten ( Dresden ), 30
Sonaten ( Londen ), 23 solostukken voor luit, 9 werken voor kamermuziek met
luit, en mogelijk nog 11 Partien voor luitsolo ( dragen enkel de naam Weiss ).
Tijdens
zijn leven is praktisch niets van dit alles gepubliceerd, wat wel verwonderlijk
is daar hij een luitvirtuoos is, een zeer goed componist en bovendien een zeer
grote invloed heeft in hogere kringen. Waar we tot voor korte tijd de muziek van
Weiss alleen kenden uit «Das Erbe Deutscher Musik» van Hans Neemann ( 1938,
Henry Litalff's Verlag, Frankfurt ), wordt nu steeds meer van deze luitmuziek
omgezet in gewoon notenschrift, waarbij de uitgeverij Metropolis
te Antwerpen mag vermeld worden voor de zeer verzorgde publikatie van
verschillende sonaten, in transcriptie voor barokluitstemming op gitaar, door
Victor van Puijenbroeck en Jef Goor ( eerste snaar op d', 3de snaar op fis, om
de barokstemming te benaderen; capotasto III geeft dezelfde toonaard ).
Veel
muziek is slechts getekend met de naam Weiss. Daar ook Sigismund Weiss
componeerde is het soms moeilijk uit te maken wie de componist is van deze met
« Weiss» getekende muziek. Silvio Weiss is de laatste grootmeester van de luit
in Duitsland. Na hem komen slechts mindere goden, waardoor het voorname karakter
van het luitspel verloren gaat. Tegen het einde van de 18de eeuw is dan ook de
rol van de luit in Duitsland uitgespeeld.
De
muziek van Weiss is van hoog gehalte en dwingt zelfs de bewondering af van J.S.
Bach. Vóór alles is het stemmingsmuziek. De melodieuze en harmonische rijkdom
van Weiss' muziek doet denken aan de schrijftrant van zijn vriend Bach.
Ook
zijn zoon, Johann Adolf Faustinus Weiss ( 2 ), is een groot luitist.
(
1 )
Johann Sigismund Weiss
( 1690-1737 ), broer van Silvio. Schrijft o.m. Solo-Stücke
für Laute; Concert d'un luth avec une flute traversière; Concerto C-dur
voor luit en snaren, Concerto für Laute,
2 Violinen, Cello
und Bass.
Baron vernoemt ook de zuster van Silvio als goede luitspeelster : Herr Sylvius
Leopold und Herr Sigismund Weiss, nebst ihrer Schwester, welche nunmehro
mit
einem Priester in der Pfaltz verheyrathet, haben dieses
Instrument vollend auf den höchsten Grad der Vollkommenheit gesetzt.
Johann Sigismund was ook een goed violist en gambaspeler.
(
2 )
Johann
Adolf Faustinus Weiss
( ca. 1741-1814 ), zoon van Silvio, componeert 16 stukken voor luit ( waaronder
14 Partien ), 12 werken voor zang en luit, Trio
D-dur voor luit, viool en cello, 6 duo's voor 2 gitaren.