| |
HEITOR
VILLA-LOBOS ( 1887-1959 )
Villa-Lobos,
geboren op 5 maart 1887 te Rio de Janeiro, is een van de merkwaardigste en
vruchtbaarste componisten van deze eeuw.
Op
zesjarige leeftijd begint hij de muziekstudie onder leiding van zijn vader (
Raoul Villa-Lobos, professor, geschiedschrijver, musicus, …
1899 ). De eerste lessen omvatten muziektheorie, cello en klarinet. Als hij
zeven jaar is begint hij de gitaarstudie. De gitaar zal steeds zijn intiemste
instrument blijven. Later zal hij vier gitaren bezitten, waarvan hij er twee
kreeg van Miguel Llobet en één van Andrès Segovia.
Vader
kent de waarde van het geld niet en als hij sterft laat hij zijn gezin achter
zonder bestaansmiddelen. Moeder gaat dan wassen en strijken om in het onderhoud
te voorzien en om Heitor een goede opleiding te verschaffen ( ze wil van hem een
geneesheer maken ). Heitor voleindigt zijn middelbare studies en begint het
eerste jaar aan de medische faculteit, omwille van moeder. Geneeskunde is echter
niet zijn roeping en hij verlaat de universiteit.
Op
16-jarige leeftijd verlaat Heitor het ouderlijk huis en begint een leven vol
avontuur : musiceren in cinema's, hotels, nachtbars. Twee jaar later krijgt de
reiskoorts hem te pakken en hij verkoopt vaders bibliotheek. Met de opbrengst
kan hij kommerloos Brazilië doorkruisen. Zo leert hij de rijke folklore en de
volksmuziek van zijn land kennen, elementen die hij in zijn muziek zal
verwerken. Bij het optekenen van thema's en liederen gebruikt hij een soort
kortschrift : met bepaalde symbolen noteert hij eerst het ritme, laat de muziek
hernemen en noteert de melodie boven de symbolen.
Als
hij terug is in Rio, hij is dan 21 jaar, volgt hij harmonie, maar na enkele
maanden trekt hij weer op reis. Nu krijgt hij het gezelschap van een avonturier,
Donizetti, een muzikant die meer dronken dan nuchter is. Samen verzamelen ze een
overvloed van folkloristische Braziliaanse muziek.
In
1915 begint te Rio zijn loopbaan als componist. Hij is de vernieuwer en de
schepper van de eigen Braziliaanse muziek, waarin hij breekt met de gevestigde
waarden. Hierdoor krijgt hij veel afbrekende kritiek, die nu lachwekkend
overkomt. Zo schrijft Guanabarino, de criticus van het Handelsblad van Rio, o.m.
:
...hij
componeert de meest onsamenhangende stukken, vol wanklanken, een echte
opeenstapeling van noten, steeds met hetzelfde resultaat, de indruk gevend dat
zijn orkest bezig is de instrumenten te stemmen en dat iedere uitvoerder een
eigen waanzin improviseert.
Verder
schrijft deze criticus dat de muziek van Villa-Lobos uit te voeren is door «epileptische
musici» voor «paranoialijders». In 1918 komt zelfs het orkest in opstand.
1919
wordt een keerpunt : Villa-Lobos vindt waardering in het buitenland waar zijn
werk wordt uitgevoerd. Hij wordt bevriend met Darius Milhaud en Arthur
Rubinstein. Deze laatste zal Heitor taktvol financieel steunen ( aankoop
partituren ) als deze met zorgen te kampen heeft.
In
Brazilië begint men eindelijk te beseffen welk uitzonderlijk talent Heitor is
en de nodige fondsen voor een studiereis naar Europa worden samengebracht. In
1922 bezoeken koning Albert en koningin Elisabeth van België Brazilië en
feliciteren na een concert Villa-Lobos. Deze weigert de Orde van Leopold II te
aanvaarden.
In
1923 reist Heitor naar Europa ( Parijs ). Hier leeft hij van wat de vrienden uit
Rio hem zenden, van muzieklessen en af en toe van de verkoop van een partituur.
Tijdens zijn verblijf in Europa introduceert Villa-Lobos zijn muziek, met groot
succes.
In
1930 keert hij terug naar Brazilië en wordt te Sâo Paulo muziekleraar. In 1933
krijgt hij zijn eigen orkest. Hij dirigeert ook massa-uitvoeringen ( tot 30.000
zangers en 1.000 muzikanten ). In 1940 worden plaatopnamen van zijn muziek
gemaakt, onder leiding van Leopold Stokowsky.
Villa-Lobos,
die zich bijzonder voor koorzang interesseert, wordt in 1943 directeur van het
pas gestichte Conservatorio Nacional de Canto Orfeônico ( Nationaal
Conservatorium voor Samenzang ).
In
1944-47 brengt hij zijn muziek naar de U.S.A. In 1945 sticht hij de Braziliaanse
Muziekacademie.
In
1948 wordt hij te Parijs ernstig ziek. Hij wordt naar de U.S.A. overgebracht,
ondergaat een heelkundig ingrijpen, herstelt zeer vlug en reist in 1949 weeral
de wereld rond : Amerika, Europa, Israël... Overal oogst hij de hoogste lof en
krijgt hij onderscheidingen, o.a. officier in het Erelegioen van Frankrijk,
erelid van het Frans Instituut, van de Amerikaanse Academie van Kunsten en
Letteren en van de Accademia di Santa Cecilia in Rome. Hij is tevens voorzitter
van de Braziliaanse Academie. In 1956 sterft zijn moeder. Villa-Lobos, door
niets meer gebonden, reist rusteloos rond, componeert onophoudend, dirigeert
zijn werken en slaapt enkele uren per etmaal. Op 17 november 1959 overlijdt hij.
Het
reusachtig oeuvre van Villa-Lobos ( ca. 2.000 werken ) omvat :
Chôros
(1) ; Bachianas Brasileiras : een serie van negen stukken geïnspireerd door de
werken van J.S. Bach; werken voor piano; vokale werken : koorwerken ( o.m.
Itabira ), opera's ( o.m. Aglaia en Elise ), liederen; balletten; symfonische
gedichten; concerto's; symfonieën; kamermuziek... Tussen al deze muziek is ook
een vijftigtal composities voor gitaar, waaronder een Concerto
voor gitaar en orkest, 5 Preludes (2),
12 Studies, een Suite Populaire
Brésilienne (Mazurka chôro, Scottish chôro, Valse-chôro, Gavotta-chôro,
Chorinho), Chôro I (Chôro tipico),
het eerste van een serie stukken voor solo of orkest, tevens het enige werk voor
gitaar uit die reeks, enz. (3)
Deze
gitaarmuziek behoort tot het beste dat voor gitaar geschreven is. Villa-Lobos
vermengt de elementen uit de volksmuziek tot een artistiek geheel, hij is mede
de schepper van de typisch Braziliaanse muziek.
(
1 ) Chôro kan betekenen :
—
een instrumentaal ensemble
—
de stukken uitgevoerd door dit ensemble
—
bepaalde populaire danswijzen.
De
chôro is ontstaan te Rio de Janeiro, rond 1850. De uitvoerders van de chôros
heten chôroes. Ze luisteren feestjes op of musiceren zo maar, op straat,
meestal 's nachts. Ze brengen serenades ( seresteiros ), meestal instrumentaal,
een enkele maal ook met zang. De chôros van Villa-Lobos zijn genummerd van 1
tot 14, plus nog twee chôros bis. Er is ook nog een orkestrale inleiding tot de
reeks van 14
chôros; de twee «Chôros Bis» behoren niet tot de reeks.
(
2 )
Volgens «Villa-Lobos, una conferencia», een uitgave van het Villa-Lobos Museum
in Brazilië, zou de componist zes preludes voor gitaar
geschreven hebben. De oorspronkelijke titels van de vijf gekende preludes zijn :
1ste
prelude : Melodia lirica
2de :
Melodia capadocia
3de
: Homenagem a Bach
4de
: Homenagem aos indigenas
5de
: Homenagem a la vida social
(3)
Voor zijn thesis Musicologie aan de Rijksuniversiteit van Gent schrijft Peter
Pieters «De gitaar in het oeuvre van Villa-Lobos».
|