|
TANGO 1 Spaanse flamencodans. De tango sluit naar het ritme aan bij de habanera, maar onderging in de nuancering waarschijnlijk invloeden uit Klein-Azië en Noord-Afrika. 2 Gezelschapsdans in langzame 2/4 maat. De tango zou omstreeks 1800 door de Afrikaanse negers, als slaven naar Amerika gevoerd, in Centraal-Amerika zijn geïmporteerd. Muzikaal gesproken zijn er ook Indiaans-ritmische kenmerken. Geleidelijk verloor de dans zijn zinnelijk karakter en werd lang als gezelschapsdans in de havensteden van Centraal- en Zuid-Amerika beoefend, alvorens in 1910 als zgn. Argentijnse tango zijn intrede te doen in de balzalen te Parijs. In zijn verdere ontwikkeling is de tango een van de meest gevarieerde gezelschapsdansen geworden, en wordt ook in vele balletten gebruikt.
TARANTELLA De naam stamt
van de stad Taranto op Sicilië. Deze dans werd vooral uitgevoerd in de streek
rond Napels en op Sicilië. In het gebied van Napels begint de Tarantella in een
langzaam tempo, waarbij de snelheid en intensiteit gaandeweg toenemen en de dans
in razendsnel tempo eindigt; op Sicilië wordt hij rustiger gedanst. De
maatsoort is 6/8 of 3/8, en de muziek bevat majeur- en mineurgedeelten. De
begeleiding geschiedde oorspronkelijk alleen op gitaar; later werden hieraan
castagnetten en tamboerijn toegevoegd. Het volksgeloof zei, dat de giftige
spinnebeet van de tarantula alleen kon worden genezen door het dansen van de
tarantella; ook zou juist de beet van dit insekt een hysterische danswoede
veroorzaken. De tarantella is verwant aan de saltarello en wordt eveneens vaak
voor het bereiken van een 'couleur locale' gebruikt in kunstmuziek, en in
balletten. De grote romantici Liszt, Chopin, Weber, Auber, Thalberg en vele
anderen componeerden tarantella's.
Tielman Susato Antwerpen verwerft zich een eerste plaats als centrum van de muziekuitgeverij. Tielman Susato, afkomstig uit het Rijnland, vestigt zich er als muziekuitgever in 1542 en dit met veel succes. Hij schrijft zelf ook liederen met luitbegeleiding, evenals dansen voor luit. Zijn uitgeverij kent haar grootste bloei tussen 1543 en 1561.
Turina Joaquin ( 1882-1949 ) Spanjaard.
Werken voor gitaar : Sonata opus 69, Fandanguillo opus 36, Sevillana opus 29,
Rafaga opus 53, Homenaje a Tarrega ( Garrotin y Soleares ) opus 61.
Johan
Thysius (ca. 1578-1653) Te Amsterdam
verschijnt in 1600 het Luytboek van Johan Thysius (Thijs), met enkele
oorspronkelijke stukken en veel bewerkingen van dansen uit de 16de eeuw. Johan
Thysius, bibliofiel, was priester te Rotterdam (begin 17de eeuw). De verzameling
die hij aanlegde ( Leiden ) omvat 528 blz.
VILLANCICO ( Sp. :
villano = boers, rustiek ). De schrijver van het eerste Spaanse woordenboek,
Cevarrubias, noemt zowel de villancico als de 'villaniesca' en geeft de volgende
definitie : 'Liederen die de boeren gewoonlijk zingen als zij zich vermaken'. Er
zijn drie soorten villancicos : de uitdrukkelijk volkse, de hoofse ( een vrolijk
liedje ) en de religieuze ( in de 17de eeuw voortgekomen uit de oorspronkelijke
). De villancico bestaat uit een aantal strofen, zgn. 'coplas', ingeleid,
afgewisseld en afgesloten door de 'estribillo'. Iedere copla bestaat weer uit
twee delen : mudanza en vuelta. De vorm is identiek met de Italiaanse ballata.
Alexander Vinitsky Alexander Vinitsky was born in Omsk ( Russia, Siberia ), in 1950. He graduated from Russian Gnesin's Academy of Music. He writes music for guitar solo and chamber music, guitar and viola ( flute ), and for guitar and chamber orchestra. His works are published in France, Belgium, Poland, USA, and Russia. Alexander conducts master classes and seminars featuring "Classical guitar in jazz," and gives concerts. He has toured throughout Poland, Germany, United Kingdom, France, Belgium, Israel, Hungary, Estonia, Ukraine and nationally in such cities as Moscow and St. Petersburg, etc.
Robert de Visée ( ca. 1650-ca. 1725 ) Frans
gitarist en componist, is een van de briljantste luitisten, gitaristen en
theorbisten aan het hof van Lodewijk XIV ( Versailles 1709-1721 ) waar hij o.m.
gitaarles geeft aan de dauphin en aan de koning. In 1721 trekt hij zich terug
ten voordele van zijn zoon François.
Dick Visser ( 1926- ) Hoorn ( Noord-Holland ). Studeerde aan het Muzieklyceum te Amsterdam ( leraar Gerard Gest ) en aan het Conservatorium te Madrid. Hoofdleraar gitaar aan de Conservatoria van Amsterdam en Utrecht. Componeert voor gitaar. Werken : «Expo» voor twee gitaren, «Anti & Symmetria», «Tres Canciones Populares Mexicanas» voor drie gitaren ( La Valentino ; Las Mananitas ; La Pajarera ), «Suite in Rasgueado en Punteado» ( zesdelig : Prelude, Allemande, Courante, Sarabande, Gigue, Chaconne ), «Sevillanas», «Soleares en Mi», «Expressieve muziek» (Eerste dans, Passacaglia, Canon, Tweede dans, Fuga ), «Danza Mora», «Studies», «De luitspeler», «Romance d'Amor», enz.
http://www.gitaarplakboek.nl/VisserD.htm
Volt Een snelle dans in 3-delige maat, afkomstig uit de Provence en gekenmerkt door een levendig en fors karakter. De volt was zeer populair in de 2de helft van de 16de en het begin van de 17de eeuw.
Luise Walker-Hejsek ( Wenen 1910 - 1998 ) Oostenrijkse
gitaarvirtuoze. Begon de gitaar te leren op de leeftijd van 8 jaar, eerst onder
leiding van de welbekende leraar Dr. Zuth en vervolgens aan de
„Staats-Muzikaler Akademie” te Wenen onder Professor Jakob Ortner. Zij had
later „beëindigende” lessen van Heinrich Albert, Pujol en Miguel Llobet,
die geregeld bezoekers van haar ouderlijk huis waren. Vanaf
haar dertigste jaar, wijdde Luise Walker haar hele leven aan de gitaar;
lesgevend aan de „Wiener Staatsakademie für Musik” ( waar zij lerares voor
de gitaar was ) en tevens schreef zij voor het instrument melodieuze werkjes.
Zij was de schrijfster van veel solo's, études en arrangementen en heeft ook
haar „Daily Studies for the Guitar” gepubliceerd en ook „The Young
Guitarist” ( V. Hladky, Wenen ). Geeft de voornaamste werken van Tarrega uit
onder de titel «Tarrega-album». Schreef ook verzorgde transcripties van oude
werken. Talrijke
concerten, o.m. in Amerika en Rusland. Zij heeft concerttournees gemaakt door
Oostenrijk, Duitsland, Italië, Rusland en de V.S. en in 1930 bezocht zij
Londen, waar zij een recital gaf in de Grötian-Hall ( 22 oktober ) onder de
auspiciën van de P.S.G. Wanders Joep (
1956 ) Studeerde klassieke gitaar aan het Sweelinck Conservatorium bij Wim
Pfister en behaalde in 1981 zijn einddiploma. Hij volgde diverse masterclasses
o.a. bij Hubert Kappel en Roberto Aussel.
Johann
Georg Weichenberger ( 1676 – 1749 ) In de vele luitmuziek die na 1700 verschijnt, vinden we de luit terug in kamermuziek, b.v. in Lauten-concert (een stuk voor luit, waarvan de discant door viool en de bas door cello kan meegespeeld worden ), 1700. Verder nog “ 6 Partien “ voor luit, viool en bas.
Wulff
Peter Geboren in
1961 in Schleswig. Volgde gitaarles van 1974 tot 1977 aan de Kreis-Musikschule
en de VHS Schleswig. Van 1977 tot 1984 gaf hij les aan de Kreis-Musikschule
en aan de VHS Schleswig. Daarnaast volgde hij in de jaren 1982-83 een cursus in
de vakken improvisatie, gehoorvorming en harmonieleer aan de Joe Haider
Jazzschool in München. Daarbuiten nam hij in 1983 deel aan een
workshop-masterclass gitaar bij Steve Erquiaga. In 1984 nam hij de LP Tandem “
Carnevalito “ op met zijn duopartner Johann Bruhn. In 1985 werd hij
gitaardocent in Hamburg en Bremen in samenwerking met de Senaat voor jeugd.
Verder nam hij aan workshops-masterclass gitaar deel bij Mike Stern en Steve
Erquiaga en volgde hij ook een cursus arrangement bij Heinz Scadek te Wenen.
Sedert 1986 is hij leraar gitaar, samenspel en improvisatie aan de muziekschool
Ostkreis-Hannover. In datzelfde jaar won hij een prijs bij de NDR-Hörtest met
het jazztrio “ Artful ? “. Met dat jazztrio nam hij in 1987 de LP Waiting
op. In 1989 gaf hij het boek “ Improvisation für Gitarrepentatonik “ uit.
Zapateo Algemene Zuidamerikaanse benaming voor “ schoendans “ of “ hakkendans “. Het is een gestampte dans in een snelle ¾ maat met melodische gedeelten die soms in een 6/8 maat lijken te staan. |