Pujol
Start Componisten Varia Vormen Partituren-mp3 Links

 

Omhoog

EMILIO PUJOL ( 1886-1980 )

Pujol, geboren op 7 april 1886 te Granadella in Lerida ( Spanje ), verblijft aanvankelijk in Barcelona. Zijn eerste muzieklessen omvatten mandoline- ( bandurria- ) en zanglessen in de muziekschool van Barcelona. In 1897 krijgt hij bandurriales van de dirigent van de “Estudiantina Universitaria”, een mandolinegroep die o.m. succes behaalt op de wereldtentoonstelling van 1900 te Parijs. Pujol is in dit orkest de bandurriasolist.
In 1902 wordt hij leerling van Tarrega en wijdt zich nu volledig aan de gitaar. Na vijf jaar studie is hij virtuoos en geeft hij zijn eerste concert in de “Circulo Tradicionalista” in Lerida en in 1912 zijn eerste buitenlands concert, nl. in Londen ( Bechstein Hall ). Dan volgen de concerten zich op. In 1918 concerteert hij in Zuid-Amerika. In 1921 onderneemt hij een concertreis in Europa. Hij geeft o.m. ook een gitaarrecital aan het Spaanse en aan het Belgische hof. In 1930-31 reist hij voor de tweede maal naar Zuid-Amerika en naar de U.S.A. Pujol is geen nagelspeler waardoor zijn toon eerder zwak blijft.
In 1922 vestigt hij zich definitief te Parijs, vooral als gitaarleraar. Pujol zal de geschiedenis ingaan als de grote pedagoog. Enkele van zijn voornaamste leerlingen :
            Spanje : Mathilde Cuervas ( 1888-1956 )
            Frankrijk : André Verdier ( 1886-1957 ) ( 1 )
                                    Jean Lafon ( 1880-1963 ) ( 2 )
            Oostenrijk : Luise Walker ( 3 )
            Nederland: Piet van Es
            België : Frans De Groodt
            Denemarken : Jijtte G. Schmidt
            Argentinië : Maria Luisa Anido ( 4 )
            Libanon : Vroyr Mazmanian
De echtgenote van Pujol, Mathilde Cuervas, is eveneens gitaarsoliste en ze speelt ook flamenco. Samen ondernemen ze een concerttour in Groot-Brittannië in 1923. Ze geven ook verschil­lende recitals voor de radio. Ook met de mandolinevirtuoos Silvio Ranieri geeft Pujol verscheidene recitals, o.m. te Brussel ( Koninklijk Conservatorium, 1924 ), Berlijn en Rotterdam.
In het Jacquemart-André museum te Parijs ontdekt Pujol een oude vihuela. In 1936, bij zijn vijftigste verjaardag, krijgt hij van de befaamde luthier Miguel Simplicio een getrouwe kopie van deze vihuela. Pujol laat nog kopies maken, spoort vergeten vihuelamuziek op en zet ze om in notenschrift. In 1945 wordt hij leraar «Vihuela historica y su literatura» aan het Conservatorium van Barcelona, in 1946 professor gitaar aan het Conservatorium van Lissabon, in 1953 professor gitaar aan de Accademia Musicale Chigiana te Siena ( Italië ), in 1955 professor vihuela en barokgitaar eveneens te Siena.
Pujol doet veel opzoekingen naar de oorsprong en over de evolutie van de gitaar en laat hierover verschillende artikels verschijnen. Van groot belang is zijn artikel “La Guitare” in de Encyclopédie de la Musique et Dictionnaire du Conservatoire ( ), deel twee. Hij geeft ook een methode uit, uitgewerkt en verzorgd tot in de kleinste details, wat tekenend is voor de perfectionist Pujol : Escuela razonada de la guitarra ( ). Van de vijf voorziene delen zijn er vier verschenen ( I : 1933;  II : 1940; III : 1954; IV : 1971 ). Verder schrijft hij studies, solostukken en maakt hij transcripties van oude en moderne muziek.
Mathilde Cuervas sterft in 1956. In 1963 huwt Pujol de Portugese pianiste en zangeres Maria Adelaide Robert.
Pujol gebruikt de renaissanceluitstemming op gitaar met verstemming van de solsnaar op fis en handelt ook over het plaatsen van een capotasto om de toonaard van de renaissancemuziek op gitaar te behouden.
De eerste composities van Pujol staan onder invloed van Tarrega, doch stilaan evolueert zijn muziek naar een persoonlijke techniek en stijl. Heel wat van zijn muziek is streekgebonden of romantisch. Van overgroot belang zijn de didactische werken, zijn methode met erin opgenomen 70 studies ( 12 in het 2de, 27 in het 3de, 31 in het 4de deel ).
Belangrijk zijn ook de vele transcripties en studies van oude meesters zoals Milan, de Fuenllana, Milano, de Mudarra, de Narvaez, Pisador, Corbetta...
Uit de talrijke studies van Pujol die gepubliceerd zijn vermelden we :
 
            La Guitare., Encyclopédie de la Musique, Parijs, 1926.
            La Guitarra y su Historia, Ed. Ricordi, Buenos Aires, 1930.
            La Vihuela y la Guitarra en Portugal, tijdschrift Ritmo, Madrid, 1947.
Significacion de Juan Carles Amat, en la Historia de la Guitarra, Instituto Espagnol de Musicologia, Barcelona, 1950.
Comentario a la edicion Leridana «Guitarra española de cinco ordenes» de Juan Carles Amat, Instituto de Estudios Ilerdenses, Lerida, 1952.
                    Homenaje a Tarrega, Ed. Comision Org., Ayuntamiento de Castellon, 1952.
            Hispanae Citarae Ars Viva, Ed. Schott, Mainz. 1954.
            El maestro Pedrell, la vihuela y la guitarra, Instituto Español de Musicologia, Barcelona, 1973.
            Tarrega, Ensayo biografico Libraria Herder Barcelona, 1960.
            Le dilemme du son à la guitare, Ricordi, Buenos Aires, 1930-1960.
Apporto Italiano alla chitarra classica, Quaderni dell'Academia Chigiana XXIX, Editrice Ticci, Siena, 1953.
 
Pujol waagt zich zelfs aan gedichten ( o.m. El Campanar; El coll de Bovera; L'Aigua del Pou ).

 

 

     ( 1 )      André Verdier ( 1886-1957 ), Frankrijk, stichter van “Les Amis de la Guitare” te Parijs. Speelt cello, dwarsfluit en gitaar. Geeft gitaarles en doet opzoekingen naar alles wat met de gitaar in verband staat. Ontdekt in 1936 het vergeten graf van Fernando Sor.

Volgens Verdier zijn de grootste gitaarbouwers Torrès, Garcia, Manuel Ramirez en F. Simplicio. Hij speelt zelf op een Garcia en verscheidene Ramirez-gitaren.

Verdier heeft zeer veel gedaan voor de verspreiding van het klassieke gitaarspel.

( 2 )     Jean Lafon ( 1880-1963 ), Frankrijk, beeldhouwer, schilder, cellist en gitarist.

( 3 )     Luise Walker-Hejsek : Oostenrijkse gitaarvirtuoze.

Studeert onder de leiding van Pujol, Dr. Zuth, Jakob Ortner en Miguel Llobet. Schrijft melodieuze werkjes. Geeft de         voornaamste werken van Tarrega uit onder de titel «Tarrega-album». Schrijft ook verzorgde transcripties van oude werken. Talrijke concerten, o.m. in Amerika en Rusland.

( 4 )     Maria Luisa Anido, Argentijnse gitariste, leerlinge van Pujol, Domingo Prat en Miguel Llobet. Haar vader geeft gedurende verscheidene jaren een tijdschrift uit : «La Guitarra». In een van de afleveringen is een prachtige schets van Maria Luisa, gemaakt door haar leraar en vriend Llobet. Ze treedt herhaalde malen op met haar leraar als gitaarduo. Is lerares aan het Koninklijk Conservatorium van Buenos Aires.