Ponce
Start Componisten Varia Vormen Partituren-mp3 Links

 

Omhoog

MANUEL MARIA PONCE ( 1886-1948 )

Ponce is geboren in 1886 te Fresnillo ( Mexico ). Hij toont reeds vroeg belangstelling voor de muziek. Zijn eerste lessen ontvangt hij van zijn moeder en zijn zuster. Op twaalfjarige leeftijd is hij reeds orgelist van de Aquas Calientes Cathedral. Pas 14 jaar componeert hij een Gavotte die populair wordt. In 1901 gaat hij naar het conservatorium van Mexico City en drie jaar later trekt hij naar Europa voor verdere vervolmaking. Hij studeert te Bologna compositie, orkestratie en contrapunt. Te Berlijn studeert hij piano.

In 1908 keert Ponce terug naar Mexico en wordt er professor piano en muziekgeschiedenis aan het Nationaal Conservatorium. In 1916 oogst hij veel succes met eigen werk in New York City. Hij verlaat het conservatorium om dirigent te worden van het National Symphony Orchestra. In 1925 trekt hij terug naar Europa en verblijft acht jaar te Parijs waar hij bevriend is met Paul Dukas. In Parijs sticht hij een muziektijdschrift dat slechts één jaar bestaat ( 1928-29 ).

Terug in Mexico herneemt hij zijn plaats aan het conservatorium en wordt professor aan de universiteit van Mexico. Hij sticht het tijdschrift «Cultura Musical» en is in 1934-35 directeur aan het conservatorium. Einde 1941 maakt hij een rondreis in Zuid-Amerika om zijn werken te dirigeren. Ponce en Segovia, de solist, oogsten groot succes.

Manuel Ponce leeft alleen voor de kunst. Het materiële laat hem ( en ook zijn vrouw, de zangeres Clema Maurel ) onver­schillig. Ze leven als kluizenaars met alleen het hoogst nodige : één kamer met sofa die dienst doet als bed, een minimum aantal meubeltjes, een piano. Eenvoud en nederigheid zijn zijn voornaamste karaktertrekken. In 1948 sterft Ponce na een langdurige, pijnlijke ziekte.

Ponce wordt algemeen beschouwd als de beste Mexicaanse componist. Hij heeft ook veel werken voor gitaar gecomponeerd en wel in verschillende stijl : klassiek, romantisch, modern... Zijn muziek is gevoelvol, technisch zuiver, van hoog artistiek gehalte. In zijn werk zijn elementen van eigen land verweven : volksmuziek, ritme...

 

Zijn gitaarwerken :

Concierto del Sur ( Concerto van het Zuiden ), 1941

22 Variaciones y Fuga sobre las Folias

Tres canciones Mexicanas

12 Preludes

6 Preludes cortes

Sonata classica

Sonata romantica

Sonata III

Sonata Mexicana

Preludio

Variations sur un thème de Cabezon

Thème varié et finale

Sonatine méridional

Valse

Estudio

 

Ook als imitator is Ponce sterk. En dan moeten we even teruggaan naar de periode tussen de twee wereldoorlogen. Een van de onschuldige spelletjes in de muziekwereld bestaat erin vervalste werken te schrijven en ze dan te ontdekken in de archieven. Hiervoor bijzonder gekend is de violist Fritz Kreisler. Op verzoek van Segovia schrijft Ponce dan «al estilo de Weiss» een Suite a la Antigua ( Preludio - Alemanda - Sarabanda - Gavota - Giga ), een Ballet en een Preludio en Mi. Dit laatste werk heeft ook een klavecimbelpartij ( in samenwerking met Raphael Puyana ), zodat het werk zowel in solo als in duo met klavecimbel kan gespeeld worden.

Hij schrijft ook een Suite «al estilo de A. Scarlatti» ( Preambolo-Corranda - Sarabanda - Gavota I e II – Giga ).

Populair is Ponce geworden door één lied : Estrelita ( kleine ster ), dat hij schrijft op vijftienjarige leeftijd. Het is bewerkt voor alle mogelijke instrumenten, orkesten, zang enz. Dit lied leidde de aandacht af van veel voornamer werk van Ponce, waarvan vooral zijn «Concierto del Sur» dient vermeld. Het is een concerto voor gitaar en klein orkest, opgedragen aan Segovia. Reeds in 1926 is de idee voor dit concerto ontstaan, maar door de vrees dat de gitaar gewoonweg niet hoorbaar zou zijn met orkest, komt Ponce er niet toe het te schrijven. Pas nadat Mario Castelnuovo-Tedesco zijn concerto in D ( op. 99 ) voor gitaar en orkest geschreven heeft  ( Ponce dirigeert te Mexico de eerste uitvoering, Segovia is de solist ), begint Ponce zijn concerto te schrijven.

Ponce heeft enorm veel bijgedragen tot de wederopleving van de gitaar. Samen met Turina, Tansman, Villa-Lobos, Torroba e.a. redt hij de gitaar uit de overvloed van goedbedoelde, maar veelal minderwaardige composities van gitaristen-componisten.