LUYS
MILAN ( ca. 1500 - na 1561 )
Luys
Milan is de auteur van «El
Maestro», het eerste tabulatuurboek (1) voor vihuela, gepubliceerd in 1536
( met de druk werd in 1535 begonnen ) bij Francisco Diaz Romano (2) te
Valencia.
Evenals
de eerste tabulatuurboeken voor luit, die Ottavio dei Petrucci in Italië laat
verschijnen (1507), getuigen de tabulaturen voor vihuela van een zekere graad
van volmaaktheid. De muziek van Luys Milan is inderdaad van een zeer hoog
artistiek gehalte, technisch in orde en met volledig keurig uitgewerkte
tabulaturen. In beide gevallen zijn er nochtans geen voorgaande drukwerken
bekend. Toch moet er een hele groeiperiode aan vooraf gegaan zijn, om tot
dergelijke geordende tabulaturen te komen, waaruit we mogen besluiten dat de
improvisatievorm een grote rol heeft gespeeld, zodat het noteren van deze muziek
vrijwel onbestaande moet geweest zijn.
De
composities van Milan staan dus op een hoog peil, met als voornaamste werk de Fantasie
met variaties. Met Luys Milan bereikt de muziek, die aanleunt bij de
Nederlandse stijl, met Adriaen Willaert (3) en Nicolaas Gombert (4). een
hoogtepunt. Milan, eigenlijk Don Luys Milan want hij is van adel, vertoeft veel
in aristocratische kringen aan het hof van Karel V, wat niet belet dat hij zijn
«El Maestro» opdraagt aan de Portugese koning, Juan III, die hem in dank
hiervoor een jaargeld van 7000 cruzado's uitkeert.
Alhoewel
geen beroepsmusicus, bereikt Milan door volhardende studie (hij beweert in de
muziek geen enkel leermeester gehad te hebben) een zeer hoog peil. Wat bedoeld
is om zijn «standing» te verhogen, leidt door zijn aangeboren muzikaliteit tot
een uitgesproken meesterschap, wat niet kan gezegd worden van zijn dichtkunst.
In
1535 verschijnt te Valencia «Libro de
Motes de Damas y Cavalleros, intitulado El Juego de Mandar» en in 1561,
eveneens te Valencia, «Libro
intitulado El Cortesano», dit laatste geïnpireerd op het befaamde «Il
Cortigiano» (Venetië, 1528) van Baldassaro di Castiglione. Het boek schetst
een beeld van het hofleven van die tijd ( jacht, feesten enz. ). De grote
belangrijkheid van Milan ligt echter in zijn tweedelig werk «El
Maestro», het oudst gekende vihuelaboek (5).
Uit
het titelblad van «El Maestro» leren we dat het boek geschreven is voor
beginnelingen. Eerst komt een «Declaracion de la Obra»
met een uiteenzetting van het instrument, de stemming, de tabuIatuur,
de manier van uitvoeren enz. De stukken zijn gerangschikt volgens
moeilijkheidsgraad en zijn voorzien van een korte raadgeving met o.m. het tempo.
Het bevat zes Spaanse en zes Portugese villancico's (kerkelijke koorliederen),
veertig fantasies, zes Italiaanse sonnetten ( lyrische gedichten ), zes pavanes,
vier tento's en vier romances.
Luvs
Milan is de enige vihuelist die in zijn werk geen intavolaties, d.i.
transcripties van vokale werken heeft opgenomen.
(1)
In tegenstelling met de andere vihuelisten en de Italiaanse luitcomponisten,
die de eerste snaar voorstellen door de onderste lijn, is de bovenste lijn van
de tabulatuur bij Milan ook de eerste snaar van de vihuela.
(2)
Francisco Diaz was hoogst waarschijnlijk een Italiaan, vandaar de toevoeging
"Romano".
(3)
Adriaen Willaert (ca. 148O-l562), Zuidnederlands componist,
stichter van de Venetiaanse orgelschool; schreef vijf missen, talrijke motetten,
madrigalen, liederen, fantasies en ricercares.
(4)
Nicolaas Gombert (ca.
1500-1557), Zuidnederlands componist, verbonden aan het hof van Karel V als
leider van het knapenkoor. Componeerde missen, motetten enz.
(5)
Een volledige editie van "El
Maestro", zowel tabulaturen
als transcripties, verscheen bij "Publikationen älterer Musik" door
Leo Schrade, Leipzig 1927.
In
de uitgaven van Suvini Zerboni te Milaan verscheen in 1974 eveneens een
volledige editie van "El
Maestro", met gedeeltelijk
de tabulaturen, door Ruggero Chiesa.