M
Start Componisten Varia Vormen Partituren-mp3 Links

 

Omhoog

MARS

Muziekvorm, gebaseerd op de regelmatige loopbeweging van de mens. Het doel van deze instrumentale of vocale ( marsliederen- ) muziek was oorspronkelijk, het marcheren of schrijden van groepen mensen te regelen of te stimuleren. Marsachtige muziek zal reeds in de oudheid dienst hebben gedaan bij het leger en bij godsdienstige en wereldlijke plechtigheden. In de westerse muziek kende men in de 14de eeuw bij het leger marsen die door trommels en fluiten ten gehore werden gebracht. Geleidelijk werd deze bezetting uitgebreid met andere blaasinstrumenten; voor niet-militaire doeleinden ( b.v. in de serenade ) werden ook strijkinstrumenten gebruikt. De ( gestileerde ) mars deed zijn intrede in de literatuur voor klavierinstrumenten en op den duur heeft de marsvorm in de kunstmuziek ingang gevonden voor nagenoeg alle bezettingen.

Structuur

Marsen hebben, gezien hun functie, vrijwel altijd een tweedelige maatsoort, enkelvoudig bij voorbeeld 2/4, samengesteld bij voorbeeld 4/4 of 6/8. De driedelige maatsoort is ongebruikelijk doch niet onmogelijk, getuige het Amerikaanse volkslied ( ¾ ); ook in de balletmuziek en in de kunstmuziek vindt men hiervan voorbeelden. Het vormschema van de mars berustte aanvankelijk op twee perioden van 8 of 16 maten ( tweedelige liedvorm).  Tegenwoordig is zeer gebruikelijk de driedelige liedvorm in de samensteling : korte inleiding - eerste periode ( meestal met twee melodieën, de tweede is vaak een basmelodie ) - trio - reprise. In plaats van de reprise speelt men soms een volklinkende ( grandioso ) herhaling van het trio. Het trio staat meestal in de onderdominant ( bij marsen in mineur in de paralleltoonsoort ).

Karakter en tempo

Al naar de oorspronkelijke bestemming ontstonden verschillende typen marsen die zich vooral door het tempo  van elkaar onderscheiden : de gewone mars ( Parademarsch, slow march, pas ordinaire ) in een tempo waarop door soldaten met volledige uitrusting gemarcheerd kon worden; de versnelde mars ( Geschwindmarsch, quick march, pas redoublé ); de langzame treurmars (marcia funebre); de vrij langzame processiemars. Bij de Nederlandse militaire muziek geldt voor de gewone mars een standaardtempo van 120  schreden per minuut ( MM=120 ). Enkele andere ( globale ) tempi zijn : treurmars MM = 60; processiemars MM = 80. Het tempo varieert in verschillende landen en tijdperken. In het algemeen is bij Franse en Spaanse marsen het tempo hoger dan in Nederland, bij Engelse en Duitse marsen lager. Zo geldt voor moderne Duitse marsen het tempo MM = 114; omstreeks 1940 was het tempo bij de Britse militaire muziek MM = 108. Het oorspronkelijke tempo van de bekende “Hohenfriedberger Marsch” (Frederik II, 18de eeuw) bedroeg slechts MM = 72.

Gebruik

Aanvankelijk werd de mars voornamelijk gebruikt bij de militaire muziek; later vond deze muziekvorm ook toepassing in de kunstmuziek. Thans worden verreweg de meeste marsen gespeeld door ( en gecomponeerd  voor ) amateurkorpsen in allerlei bezetting : harmonie, fanfare, brassband, maar ook bij voorbeeld accordeon- en mandoline-ensembles. Bij de blaasmuziek worden eenvoudige, functionele marsen aangeduid als “loopmarsen”, ter onderscheiding van de “concertmarsen”. De jongste ontwikkeling vormt het repertoire van de drumbands waarbij aan het visuele element ( show ) ook bij de mars een belangrijke plaats wordt ingeruimd. Verwante vormen van de mars zijn “intrade" en “cortège”.