Habanera
Cubaans
danslied in gematigd tempo in een tweedelige maatsoort, met karakteristieke
ritmes die enigszins verwant zijn met die van de zortzico.
De
dans werd oorspronkelijk 'contradanza cubana' of 'contradanza criolla' genoemd
en is ontstaan uit Spaans-Andalusische en Afrikaanse elementen. Later werd de
dans in Cuba bekend onder de naam 'Habana air', vandaar de popularisering tot
habanera. Rond 1900 werd de 'habanera del Café', evenals de tango, een
modedans. Sebastian Yradier componeerde de twee bekendste habanera's : 'El
Arreglito' en 'La Paloma'. Op deze laatste compositie is de melodie van de
habanera van Bizet : 'L'amour est un oiseau rebelle' uit zijn opera 'Carmen'
gebaseerd.
Andere
componisten die de habanera in klassieke composities gebruikten zijn Hindemith,
Krenek, Beck, Schulhoff, Albeniz, Debussy en Chabrier.
De dans bestaat uit een korte introductie waarna twee delen van 8 of 16 maten
volgen. De habanera is een gracieuze verleidingsdans die door een man en een
vrouw worden uitgevoerd. Daarbij maakt de vrouw sensuele gebaren met de armen,
heupen, ogen en het hoofd om haar partner te verleiden. Door dit karakter doet
de habanera denken aan de buikdans in de Algerijnse cafés.
Hartog
Cees
Geboren
in 1949 in Venlo, Nederland. Begon op 8 jaar gitaar te spelen, gedurende vele
jaren hoofdzakelijk door zelfstudie. In de jaren 60 was hij vooral bezig op het
gebied van de lichte muziek en speelde in verschillende orkesten, onder andere
in Duitsland.
Toen hij 17 jaar was begon hij met de studie van de klassieke gitaar aan de
muziekacademie en voltooide hij zijn studies aan het Conservatorium van
Maastricht. Sindsdien werkt hij als gitaarpedagoog en bouwde hij een reputatie
op als schrijver van leerboeken voor gitaaronderwijs. Naast het schrijven van
methodes voor groepsonderwijs heeft hij verschillende speelboeken gecomponeerd,
evenals een methode bestaande uit 2 delen. Van sommige stukken zijn opnamen
gemaakt.
FELIX
HORETSKY
(
geb. te Praag, latere helft van de 18e eeuw ) werd de gitaar aangeleerd door
Giuliani. Hij kwam naar Londen omstreeks 1820 en gaf een concert, wat een groot
succes werd. Hij maakte toen een tournee door Engeland en Schotland en vestigde
zich te Edinburgh, waar hij spoedig wijd en zijd bekend werd als gitaarleraar.
Hij bezocht Londen verschillende malen om er concerten te geven.
Hij publiceerde meer dan 150 werken voor gitaar, waarvan vele een grote
populariteit genoten in Groot-Brittannië vanwege hun eenvoud en
doeltreffendheid.
IMPROMPTU
(
Fr. ) Van het Latijn, ' in promptu ' : bij de hand, ter beschikking zijn.
1 Improvisatie, een muziekstuk dat zonder voorbereiding wordt geschreven
of gespeeld.
2 Een muziekstuk dat geïmproviseerd schijnt in een verder ontwikkelde
liedvorm, waarvan het vormschema meestal A-B-A is. De constructie van de A-B-A
liedvorm wordt in hoofdfiguren en details
doorgevoerd. O.a. Schubert, Chopin en Heller hebben bekende impromptu's
geschreven.
Judenkünig
Hans ( ca. 1445-1526 )
Duitsland
Ook
in Duitsland verschijnt luitmuziek, zij het iets later dan in Italië. De luit
vindt in Duitsland een uitverkoren terrein. Van de 15de tot de 18de eeuw wordt
ze er, zonder onderbreking, enthousiast bespeeld.
Er
verschijnt werk van Hans Judenkünig, Utilis et
compendiosa introductio qua ut fundamento jacto facillime musicae exercitium
instrumentorum ex lutinae et quo vulgo geygen nominant, addiscetur, een
theoretisch en praktisch werk ( 1515-1519 ), en in 1523 Ain
schöne künstliche Underweisung in disem Büchlein leychtlich zu begreyffen den
rechten Grund zu lernen auff der Lautten und Geygen ( tweedelig ); deze
leerboeken zijn bestemd voor de amateurs die zich zelf willen vormen. Geygen
zijn geen gewone violen, doch strijkinstrumenten met 6 snaren, de hals verdeeld
in 7 afdelingen, met dezelfde stemming als de luit en dezelfde tabulaturen. De
naam Judenkünig komt ongetwijfeld van het passiespel waarin een van de
voorvaders van Hans een markante vertolking gaf die hem deze bijnaam verschafte.