BLUES
Er
dient een onderscheid te worden gemaakt tussen het begrip 'blues' zoals dit in
Amerika en Europa leeft en de authentieke 'bluessongs' van de Noordamerikaanse
neger.
ALGEMENE
BEGRIP
Dit
is noch historisch noch muziekwetenschappelijk gefundeerd; in 'blues' wordt
samengevat alles, wat binnen het idioom van de orkestrale Afro-Amerikaanse
muziek melancholiek klinkt en zich in een gematigd langzame beweging ontwikkelt
met melodische gebruikmaking van blue notes : daarbij komt dat op deze klanken,
die in wezen thuishoren bij de recente ontwikkeling van de jazzmuziek, een
Amerikaans-Europese gezelschapsdans van dezelfde naam werd ontworpen in de jaren
twintig, maar die heeft met authentieke negroïde expressie niets uit te staan.
AUTHENTIEKE
BLUESSONGS
Deze
zijn naar Afro-Amerikaanse opvatting niet primair als dansliederen bedoeld, doch
strikt als vocale expressie voor het gezelschapsleven te verstaan.
a
Definitie
'Blues'
zijn strofenliederen vol zelfspot of met een satirisch karakter, bestaande uit
traditionele of vrij geïmproviseerde tekstregels, die zowel poëtisch als muzikaal
een driedelige vorm aannemen; zij worden voorgedragen met begeleiding van een
door het gebruik vastliggende akkoordisch-harmonische sequens, die over twaalf
4/4 maten wordt uitgespreid en zij bewegen zich melodisch binnen het tonale
idioom van de Noordamerikaanse negermuziek.
b
Geschiedenis
en tekstinhoud
Als
satirische liederen zijn 'blues' het Noordamerikaanse equivalent van Midden- en
Zuidamerikaanse traditionele negerspotliederen : reeds omstreeks de 17de eeuw
kwamen zij, tegelijk met de slavernij, de Verenigde Staten binnen, doch het
merkwaardige feit doet zich voor, dat in deze gebieden van negerAmerika het
satirische lied aanvankelijk niet tot ontwikkeling komt, zulks in tegenstelling
tot Midden- en Zuid-Amerika, waar zij eveneens geïntroduceerd worden en reeds
vroegtijdig tot gebruiksmuziek worden gerekend; de verschillende wijze van
kerstening van Noord- en Zuid-Amerika heeft hier vermoedelijk mee te maken en de
vrijmaking uit de slavernij in Noord-Amerika in 1863 is in dit verband een
veelzeggende datum : 'blues' komen naar voren omstreeks 1870. Het satirische
karakter van deze liederen verschijnt aanvankelijk en overwegend als een
'zelf-spot' : de oudere blues-teksten zijn uiterst introspectief, zulks in
tegenstelling tot de satirische zangen van de Afro-Amerikaanse bevolkingsgroep;
zij hebben daarbij door tekstherhaling een opvallend meditatieve inslag. Dit 'in
zichzelf keren' wijst op vrouwelijke cultuurtrekken; het is daarbij opvallend,
dat de gezongen satire in Midden- en Zuid-Amerika, evenals in Afrika, sociaal
een zaak is, die overwegend in handen van de vrouwen is en voorts mag niet uit
het oog worden verloren, dat de oudste 'blues'-vertolkingen in de Verenigde
Staten overwegend van negerzangeressen blijken te zijn. Omstreeks de
eeuwwisseling komen jongere vormen naar voren : historische bronnen wijzen deze
vormen aan als scheppingen van mannen! Het tekstkarakter, alsook de melodische
ontplooiing doen expansiever en agressiever aan, de zelfsatire maakt meer en
meer plaats voor het bespotten van anderen en het meditatieve element verdwijnt.
In de allerjongste vormen constateert men dat deze expansieve drang meer en meer
verhevigt, zelfs het satirische element overvleugelt en blues drijft in de
richting van het 'aanklagende' of 'beschuldigende' lied. Bij alle typen echter
is een bindend element : in overeenkomstige Afrikaanse en Middenamerikaanse
voorbeelden richten zelfbeklag, satire en beschuldiging zich vrijwel steeds op
het liefdeleven van de neger.
c
Structuur
Tekst
en melodie worden, na eerste, minder volkomen uitingen, die niettemin door
traditie levend zijn gebleven, steeds opgebouwd in driedelige vorm; dit is één
van de hoofdkenmerken van het bluesgezang. Binnen deze driedeligheid kunnen
verschillende bouw- en rijmschema's voorkomen. De oudste en meest voorkomende
tekstvorm is a-a-b, waarbij zich meestal een a-a-a rijmschema aansluit; men
constateert hierin derhalve het meditatieve element in de tekstherhaling : het
eerste en het tweede deel zijn geheel of bijna geheel gelijk, het derde brengt
pas de conclusie, het argument, de ontknoping; muzikaal knoopt hierbij aan een
sterke verwantschap qua motief van de drie zinnen : het tekstschema a-a-b volgt
vrijwel steeds een melodieschema a-a'-a", soms ook een melodieschema
a-a'-b. Volgende strofen in deze oudste vorm kunnen verschillende wegen inslaan
: b.v. tekstschema c-c-d met rijmschema b-b-b tegen melodieschema a-a'-a"
of varianten daarop; maar er kan ook refreinvorming bij de derde zin optreden,
b.v. tekstschema c-c-b met rijmschema a-a-a of b-b-a tegen melodieschema a-a'-b
of c-c'-b, d-d'-b enz. Het aantal heffingen in de a en b tekstregels varieert
tussen 4 en 6 en elke regel bevat een cesuur, die echter niet altijd met een
melodische cesuur correspondeert; de c tekstregel is doorgaans iets korter dan
de a en b regels. Het jongere bluestype breidt het aantal heffingen van de
eerste regel uit tot 7 à 9; muzikaal gesproken blijft echter deze langere zin,
die ( met gebruik van binnenrijm ) vaak uiteenvalt in een voor- en een nazin,
passen op dezelfde melodische opbouw als de a-zin in het a-a-b type, voor- en
nazin vormen dus nog altijd de eerste zin van de drie, welke de blues als vorm
karakteriseren en de door velen aldus gevoelde vierdeligheid is slechts
schijnbaar. Men kan deze jongere blues het best aanduiden door het tekstschema
(a + b)-c-d, waarmee dan meestal een rijmschema ( a + a )-b-b correspondeert;
melodisch bestaat er bij dit jongere bluestype minder motivische verwantschap
tussen de eerste ( samengestelde ) zin en de overige twee zinnen dan bij het
a-a-b-type. Volgende strofen bij deze jongere vormen kunnen weer verschillende
richtingen uit : tekst ( a + b )-c-d met rijm ( a + a )-b-b kan worden gevolgd
door tekst ( e + f )-g-h met rijm ( c + c )-d-d enz., doch alweer is
refreinvorming mogelijk bijvoorbeeld met tekst (e + f)c-d en rijm ( c + c
)-b-b enz. De allerjongste vormen geven een steeds verdere verdeling van de
tekstuele en melodische zinnen te zien : alles valt uiteen in voor- en nazinnen,
de gedachte van elke strofe wordt meer en meer samengedrukt in de eerste zin, de
refreinvorming van tweede en derde zin neemt toe en bovendien bestaan deze
laatste twee grotendeels uit woordherhaling. In dit alles wordt een uiterst
complexe materie aangeroerd, waarin men talloze varianten kan aantreffen, wat
het bepalen van een karakteristiek niet vergemakkelijkt; beter dan het woord kan
het notenvoorbeeld de structuurverschillen in schema brengen. Volledigheidshalve
zij vermeld, dat men tegenwoordig de oudere a-a-b vormen bestempelt als 'country
blues' ter onderscheiding van de 'city blues', waarmee de ( a + b ) vormen
worden aangeduid, wat, gezien de ontwikkelingsgang van de Afro-Amerikaanse
muziek niet onjuist is. Tenslotte dient erop gewezen, dat sommige
'blues'-vertolkers in de loop van één enkel gezang de a-a-b strofen en de ( a
+ b ) strofen door elkaar gebruiken.
d
Harmonisch
schema
In
de bovenvermelde definitie van de blues is sprake van een 'begeleiding van een
door het gebruik vastliggende, akkoordisch-harmonische sequens, die over twaalf
4/4 maten wordt 'uitgespreid'. Deze standaardisatie van de ondergrond voor de
zang is in de alleroudste voorbeelden nog niet aanwezig; men vindt daar vaak -
op oude plaatopnames - wel de akkoord-opeenvolging, doch de voordracht is
dermate vrij, dat de twaalf 4/4 maten, althans in strak tempo, ver te zoeken
zijn. De harmonische 'formule' van de begeleiding en de lengte van de strofe,
uitgeteld in 4/4 maten, is jonger dan de oudste aa-b bluestypen. Wanneer zij
echter eenmaal aanwezig is, volgt zij deze sequens : maat 1 : grondakkoord; maat
2 : grondakkoord of subdominantakkoord; maat 3 : grondakkoord; maat 4 :
dominantseptiem-akkoord van de subdominant; maat 5 en 6 :
subdominant-akkoord; maat 7 en 8 : grondakkoord; maat 9 en 10 :
dominantseptiem-akkoord; maat 11 en 12 : grondakkoord. Voor de ontwikkeling van
de blues als instrumentale muziekvorm van de Noordamerikaanse neger geldt dat de
instrumentaal gerealiseerde blues zich wel houdt aan de standaardlengte van 12
4/4 maten, doch zich harmonisch dermate vrij kan ontplooien, dat de
akkoordensequens slechts functioneel kan worden verstaan.
AFWIJKINGEN,
DETAILS
Men
zij niet verbaasd in de monden van de talloze negervolkszangers vele afwijkingen
van alle schematiek op het gebied van blues aan te treffen. Sommige van deze
afwijkingen, die eigenlijk eerder bij een detailstudie van het onderwerp
thuishoren, zijn strikt individueel : men herkent uiteindelijk elke zanger aan
zijn eigen speciale trekken. En andermaal zal men moeten constateren, dat een
bepaald detail naar tekst of melodische wending in vele vertolkingen terugkeert
: uiteindelijk kan men zulke blues thuisbrengen onder bepaalde groepen, die
zekere 'complexen' vertegenwoordigen; één van de meest voorkomende complexen
wordt gevormd door het 'weggaan'-motief in de tekst, de zgn. 'Going away blues',
een ander voorbeeld is het 'ontwaken'-motief, 'Wake up in the morning', 'Did you
ever wake up ?'. Een zeer oud motief is dat van de natuurramp, overstroming door
regen, zware sneeuwval enz., doch het komt betrekkelijk sporadisch voor.
Melodisch zal men voorts veelal 'gejodelde' tussenwerpsels aantreffen;
vermoedelijk zijn dit overblijfsels van een oude vocale praktijk : de 'holler'
ofwel de 'eenzaamheids-jodel', een methode van de zich op weg bevindende
plattelandsneger om de ( angst voor de ) eenzaamheid te verdrijven ( rust vinden
in het horen van een stem, die de stilte verbreekt, vroeger nog het afschrikken
van ( boze ) geesten ? ) en het gevoel van eenzaamheid is ook weer een
tekstmotief in de blues. Veel oude blues zijn harmonisch in het geheel niet volgroeid
: de begeleiding wisselt slechts grondakkoorden en subdominant-akkoorden af,
beperkt zich soms zelfs alleen maar tot het grondakkoord. Bekend zijn enkele
zeer oude tweedelige
strofen, 2x4 maten lang, doch aan de tekst valt te horen, dat zij tot blues
kunnen worden gerekend; verder kent men nog enkele vierdelige,
4 x 4 maten met een tekstschema van a-a'-a'-b en een melodieschema van
a-b-b-c. Soms worden strofen ingelast, die gedeeltelijk, soms zelfs geheel
worden geneuried. Er bestaan uit oude tijden, stammend uit het gebied rondom New
Orleans, blues met tekst in 'créole patois' of neger-Frans en één geval van
blues is bekend, waarin de tekst is vervangen door zinloze syllaben ( 'Creole
Love CaIl', laatste strofe ).